Het schiereiland Rügen, gelegen in het noordoosten van Duitsland in de deelstaat Mecklenburg-Vorpommern, heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de prehistorie. Hier zijn enkele hoogtepunten van de geschiedenis van Rügen:
- Prehistorie: archeologische vondsten op het eiland tonen aan dat het gebied al in de Steentijd werd bewoond, rond 4.000 voor Christus. Er zijn ook sporen van de Bronstijd en de IJzertijd gevonden.
- Middeleeuwen: in de 12e eeuw werd Rügen geregeerd door de Ranen, een Slavisch volk dat in het gebied woonde. In 1168 werd het eiland veroverd door de Deense koning Waldemar I, die het gebied christianiseerde en er een bisdom stichtte. In de 13e eeuw werd Rügen onderdeel van het Hanzeverbond, een handelsorganisatie van steden in Noord-Europa.
- Vroegmoderne tijd: in de 16e en 17e eeuw werd Rügen geregeerd door de hertogen van Pommern. In deze periode ontwikkelde zich op het eiland een levendige handel in graan en hout, en er werden enkele grote landgoederen gesticht. In de 18e eeuw werd het eiland kortstondig bezet door Zweden, maar in 1815 werd het deel van Pruisen.
- 20e eeuw: in de Tweede Wereldoorlog werd Rügen een belangrijke locatie voor de productie van wapens en munitie, en het eiland werd dan ook vaak gebombardeerd door geallieerde vliegtuigen. Na de oorlog werd Rügen onderdeel van de DDR, en het eiland werd vooral gebruikt als vakantiebestemming voor Oost-Duitsers. Na de Duitse hereniging in 1990 werd Rügen opnieuw onderdeel van Duitsland en ontwikkelde het zich tot een populaire toeristische bestemming.
Tegenwoordig zijn er op Rügen veel historische bezienswaardigheden te vinden, zoals middeleeuwse kastelen en kerken, en verschillende musea die de geschiedenis van het eiland belichten. Daarnaast zijn er ook veel mooie natuurgebieden te vinden, waaronder het nationaal park Jasmund, dat bekend staat om zijn krijtrotsen en spectaculaire uitzichten over de Oostzee.
